Case study: Transavia

Uitblinken in duurzaamheid dankzij beproefde technologieën
Kantoorgebouw TransPort (Schiphol) behaalt LEED Platinum certificaat

Het nieuwe TransPort-kantoorgebouw op Schiphol heeft het LEED Platinum-duurzaamheidscertificaat behaald. Daarmee kan het tot de meest duurzame gebouwen van Europa gerekend worden. Architectenbureau Paul de Ruiter koos consequent voor beproefde technologieën en selecteerde de beste oplossingen in de markt om de milieulast van het gebouw te beperken. Een van die technologieën is ETAP-verlichting.

Het 12.000 m² grote kantoorgebouw maakt deel uit van de herontwikkeling van het businesspark Schiphol-Oost. Opdrachtgever en eigenaar van het gebouw is Schiphol Real Estate. Luchtvaartmaatschappijen Transavia en Martinair zijn er inmiddels gehuisvest, net als een deel van de activiteiten van KLM.

LEED-richtlijnen rigoureus gevolgd
Duurzaamheid was van in het begin topprioriteit. Projectarchitect Noud Paes legt uit hoe hij te werk ging: “We hebben rigoureus de richtlijnen voor Leadership in Energy and Environmental Design (LEED) van het Amerikaanse Green Building Council gevolgd. Je moet dat zien als een vuistdik boek met concrete oplossingen om energie en water te besparen, CO2-emissies te beperken, het binnenklimaat te verbeteren en duurzaam om te springen met grondstoffen en middelen.”

Een combinatie van bewezen technieken
Paes zegt dat de richtlijnen duidelijk en heel realistisch zijn. “Dat is het mooie eraan,” zegt hij. “Alleen met beproefde technologieën krijg je LEED-punten, niet met futuristische ideeën. We hebben al onze ontwerpbeslissingen aan die richtlijnen getoetst en vervolgens bijgestuurd.” Hij vermeldt enkele opvallende keuzes:

Gebruik van warmte- en koudeopslag in combinatie met betonkernactivering, een opkomende techniek die de warmtebuffercapaciteit van de betonvloeren benut om de binnentemperatuur constant te houden.
Zonnepanelen op de hoogbouw wekken gemiddeld 112.500 kWh energie per jaar op, ongeveer 30% van het totale verbruik van het gebouw.
Het groendak op de laagbouw vormt een isolatielaag en een natuurlijke waterbuffer. Bovendien neemt het CO2 op uit de lucht.
Door hergebruik van afvalwater wordt 40% water bespaard.
Lamellen aan de zuidgevel verminderen de natuurlijke opwarming, terwijl ze toch voldoende daglicht binnenlaten.

“Het is een slimme combinatie van bewezen technieken,” zegt Paes. “Zo hebben we de hoogste kwalificatie behaald.”

ETAP-verlichting past in concept
De keuze voor ETAP-verlichting kwam er op advies van studiebureau Deerns Rijswijk. Zij beoordeelden de armaturen op basis van duurzaamheid, kwaliteit en esthetiek, in samenspraak met architect Paes. “Het voorstel van ETAP paste perfect in ons concept,” zegt Paes. “De gebruikte R4-pendelarmaturen zijn energie-efficiënt en spreiden het licht mooi uit in de ruimte. De lage Unified Glare Rating (UGR) vermijdt verblinding en verhoogt het comfort in een omgeving met intensief beeldschermgebruik. Het verlichtingsresultaat leunt heel dicht aan bij natuurlijk licht. Aan de raamzijde regelen daglichtsensoren de verlichtingssterkte volledig automatisch op basis van het aanwezige daglicht. ETAP zorgde ook voor de permanente signaleringsverlichting van het type K9, uitgerust met leds. Die hebben een eigen opgenomen vermogen van slechts 1 Watt en een levensduur van 10 jaar, goed om zowel energie- als onderhoudskosten te beperken.”

Projectfiche:

Opdrachtgever: Schiphol Real Estate Schiphol
Architect: Paul de Ruiter Architecten Amsterdam
Adviseur: Deerns Raadgevende Ingenieurs Rijswijk
Installateur: Croon Elektrotechniek BV

Verlichting: